een heel jaar lang is alles twaalf
de jaartelling is nu klaar
de levens beginnen met aftellen
noem dat ene woord n i e t
leef!
spreek elk mooi woord twaalf keer uit, luid!
speel twaalf avonden lang met het eten
mijn laatste twaalf euro verspillen
voor het eerst twaalf fietsen stelen
verzamel niet elf, maar iets meer
durf en lef om te leven
het hele jaar neem ik vakantie
ik vlieg naar Londen, reis terug
voor één uurtje winst
ik ga uit en kom te laat
twaalf minuten over twaalf
neem twaalf vrienden mee
twaalf taarten wachten op ons
twaalf liter wijn
laat twaalfde vingers en tenen groeien
voor de allerlaatste dag
een heel jaar lang
begin ik steeds met aftellen
bang voor de laatste seconde
vergeet die laatste twaalf, verdomme
die tel ik niet meer
hoe we dan ophouden te bestaan
een heel jaar lang
tel ik af
gevangen in onwetendheid
In jouw gedicht lees ik enerzijds het verlangen om het meeste uit het leven te halen en anderzijds de angst die het tegenhoudt. Ik voel wel spanning bij die tegenstelling. Zo komt het gedicht voor mij tot leven.